Een belangrijk argument voor de Opname van de Gemeente is de ‘zalige hoop’ die beschreven staat in Titus.
Maar wat staat er eigenlijk?
terwijl wij verwachten de zalige hoop en verschijning van de heerlijkheid van de grote God en onze Zaligmaker, Jezus Christus.
Titus 2:13
Expliciet
Wat mij opvalt is dat deze tekst expliciet spreekt over ‘de verschijning’ en niet slechts over ‘de komst’ of ‘wederkomst’.
Het woord ‘komst’ zegt niets over hóe die komst zal zijn.
Een woord als ‘verschijning’ vertelt juist wel hóe die komst zal zijn, namelijk zichtbaar, want dat is de betekenis van dat woord.
Zichtbaar
Het gaat dus in deze tekst om de verschijning van de Here Jezus! Oftewel onze zalige hoop op Zijn zichtbare Verschijning.
Verschijnen = zichtbaar worden!
Een (voor de wereld) onzichtbare verschijning, is een tegenstelling in zichzelf.
Als je deze tekst leest zonder extra uitleg, dan lees je over het zichtbaar worden van de Here Jezus.
Er staat geen uitzondering voor de wereld bij. Zoals wel geregeld in andere teksten gebeurt, waar dan bijv. uitgelegd wordt dat een christen iets begrijpt, maar dat het voor de wereld verborgen is.
Daarna?
Vanuit de uitleg van de Opname, zou je het woordje ‘en’ als een soort tweedeling kunnen zien: Eerst de zalige hoop (=opname) en daarna pas de verschijning.
Maar dat stáát er niet!
Je moet het ‘daarna’ er zelf in de tekst bij zetten…. is dat geen inlegkunde? Zijn we dan niet dingen aan het toevoegen aan Gods woord?
Grondtekst
Het Griekse woord voor ‘verschijning’ is: ‘epiphaneia’ (G2015). Het betekent ‘manifestatie’ en wordt in de bijbel vooral gebruikt als het gaat om de komst (1e of 2e!!) van Christus.
Dit is ook duidelijk te zien in de andere teksten waar dit woord voorkomt.
Ik beveel u voor God, Die alle dingen levend maakt, en voor Christus Jezus, Die onder Pontius Pilatus de goede belijdenis afgelegd heeft, dit gebod onbevlekt en onberispelijk in acht te nemen, tot de verschijning van onze Heere Jezus Christus.
1 Timotheüs 6:13-14
maar nu is geopenbaard door de verschijning van onze Zaligmaker, Jezus Christus, Die de dood tenietgedaan heeft, en het leven en de onvergankelijkheid aan het licht gebracht door het Evangelie,
2 Timotheüs 1
1. Ik bezweer u, ten overstaan van God en de Heere Jezus Christus, Die levenden en doden zal oordelen bij Zijn verschijning en in Zijn Koninkrijk:
8. Verder is voor mij weggelegd de krans van de rechtvaardigheid die de Heere, de rechtvaardige Rechter, mij op die dag geven zal. En niet alleen mij, maar ook allen die Zijn verschijning hebben liefgehad.
2 Timotheüs 4: 1,8
En dan zal de wetteloze geopenbaard worden. De Heere zal hem verteren door de Geest van Zijn mond en hem tenietdoen door de verschijning bij Zijn Komst;
2 Thessalonicenzen 2:8
Twee van bovenstaande teksten die over de Wederkomst gaan, vertellen wat er zoal zal gebeuren bij de verschijning van de Here Jezus:
- oordelen van levenden en doden
- het verteren en tenietdoen van de wetteloze (de antichrist)
Dat deze dingen bij de zichtbare Wederkomst van de Here Jezus gebeuren is iedereen het wel over eens.
Hoe kunnen we dan hetzelfde woord in Titus lostrekken van de zichtbare Wederkomst en verbinden aan de 7 jaar eerdere, onzichtbare Opname?
Conclusie
Ik kan niet anders concluderen dan dat onze ‘zalige hoop‘ spreekt over de zichtbare Wederkomst van onze Heiland!
Geef een reactie