De algemene opvatting is dat de Gemeente in vanaf openb. 6 niet meer genoemd wordt. De heiligen die genoemd worden zouden mensen zijn die tijdens de Grote Verdrukking tot geloof komen.
Welke consequenties heeft deze gedachtegang?
Wat staat er over de heiligen in Openbaring? Welke beloftes zijn er voor deze heiligen? Klopt het dat die beloftes dan NIET voor de huidige gemeente gelden?
Openbaring 20:4 En ik zag tronen, en zij gingen daarop zitten, en het oordeel werd hun gegeven. En ik zag de zielen van hen die onthoofd waren om het getuigenis van Jezus en om het Woord van God, en die het beest en zijn beeld niet hadden aanbeden, en die het merkteken niet ontvangen hadden op hun voorhoofd en op hun hand. En zij leefden en gingen als koningen regeren met Christus, duizend jaar lang.
5. Maar de overigen van de doden werden niet weer levend, totdat de duizend jaar tot een einde gekomen waren. Dit is de eerste opstanding.
6. Zalig en heilig is hij die deel heeft aan de eerste opstanding. Over hen heeft de tweede dood geen macht, maar zij zullen priesters van God en van Christus zijn, en zij zullen met Hem als koningen regeren, duizend jaar lang.
Geef een reactie